Tien experts over tien digitale trends.
Hoe gaan bedrijven in ons land om met nieuwe technologie en wat zijn de huidige én toekomstige trends in het digitale landschap?
We legden de vraag voor aan tien experts in verschillende vakgebieden. Het resultaat is een reeks van tien interviews in video- en tekstformaat, die licht schijnen op specifieke digitale uitdagingen waar organisaties en bedrijven vandaag de dag mee worden geconfronteerd. De focus van elk interview is concreet en praktisch onderlegd. We willen organisaties immers inspiratie bieden om hun business nog beter te maken.
- Trend #1 - Persoonlijke connecties leggen met klanten
- Trend #2 - Bedrijven hebben begeleiding nodig in het MarTech-universum
- Trend #3 - Klanten en leden aantrekken via digitale kanalen
- Trend #4 - Platformen kiezen voor digitale ervaringen
- Trend #5 - Digitale componenten samenbrengen op een Digital Experience Platform
- Trend #6 - Data structureel bijhouden en slim inzetten
- Trend #7 - Data visualiseren en delen met klanten en intern
- Trend #8 - Digitale employer branding
- Trend #9 - Klassieke en digitale marketing combineren voor maximale resultaten
- Trend #10 - IT en marketing werken steeds beter samen over de bedrijfsstructuren heen
- Trend #11 - Bonus
Digitale tools voor gepersonaliseerde marketing
Dataverzameling en nieuwe tools tillen gepersonaliseerde marketing naar een hoger niveau. Stefaan Claes is digital marketing director bij bioscoopketen Kinepolis en geeft tekst en uitleg bij de recente verschuivingen in het digitale landschap.
Gepersonaliseerde marketing vroeger en nu
“Personalisatie is uiteraard geen trend die zomaar uit het niets komt opduiken,” zegt Claes. “Hij past in een breder kader van evoluties in marketingland. In het offline tijdperk waren de mogelijkheden tot personalisatie erg beperkt. Vroeger kon je dan wel drukwerk op maat uitsturen, maar dat was ongelooflijk duur. Voor goedkope producten, zoals een bioscoopticket, woog de kostprijs van die marketinginspanning onmogelijk op tegen de mogelijke baten.
Meer data + meer kanalen = betere personalisatie
“De situatie vandaag de dag is helemaal anders. Door de recente ontsluiting van massale hoeveelheden data allerhande, beschikken we over een heleboel extra info over potentiële klanten die we kunnen inzetten voor meer gerichte personalisatie. Daarnaast staan er ook veel meer marketingkanalen tot onze beschikking dan vroeger. Op de koop toe zijn die nieuwe kanalen een stuk betaalbaarder en efficiënter. Die combinatie van data en kanalen zorgt ervoor dat we marketingpersonalisatie op grotere schaal en voor een fractie van de vroegere kostprijs kunnen organiseren.”
Meer data en betere communicatiekanalen zorgen voor schaalvergroting en goedkopere gepersonaliseerde marketing. - Stefaan Claes
Overvloed aan communicatiekanalen counteren
De democratisering van gepersonaliseerde marketing heeft ook enkele andere gevolgen met zich meegebracht, weet Claes. “Iedereen ondervindt natuurlijk zelf aan den lijve de overvloed aan communicatie. Digitale media zijn rechtstreeks bovenop de klassieke massamedia gekomen. We worden langs alle kanten bestookt met communicatie: van sociale media over e-mails tot podcasts en pratende digitale assistenten. Eindeloos veel meer communicatie, eindeloos veel meer content. Daardoor worden veel boodschappen gewoonweg genegeerd.
Slimme bedrijven zetten personalisatie nu in als middel om relevante informatie op voorhand te selecteren voor een bestaande of potentiële klant. Betere en gerichtere communicatie, dat is het devies.
Vaak leidt dat net tot minder communicatie, maar wordt die vervolgens wél gelezen omdat ze kwalitatieve informatie biedt. In een ideale wereld percipieert een ontvanger zijn gepersonaliseerde marketingboodschappen niet langer als reclame, maar als een dienst. Een utopische gedachte, maar tegelijkertijd een mooi streven voor bedrijven die met hun marketingcommunicatie waarde willen leveren en een diepgaande connectie willen leggen met hun gebruikers.”
Slimme bedrijven gebruiken personalisatie als een middel om relevantere marketingboodschappen tot bij klanten te krijgen. - Stefaan Claes
In een notendop:
- Meer data en gerichtere kanalen zorgen voor betere gepersonaliseerde marketing.
- De overvloed aan moderne communicatiemiddelen zorgt ervoor dat veel boodschappen worden genegeerd.
- Slimme bedrijven gebruiken personalisatie om relevantere boodschappen op te stellen die niet worden ervaren als reclame, maar als een dienst.
Het aantal marketingtools is de laatste jaren geëxplodeerd. Volgens recente cijfers zijn er alleen al in het speelveld van de online marketing meer dan 5000 tools beschikbaar. Wouter De Bruycker is digitaal strateeg bij Dropsolid en schept orde in de chaos.
Digitale marketing als strategisch concept
“Organisaties voelen tegenwoordig steeds vaker de nood om een stap terug te zetten en strategischer te denken,” weet De Bruycker. “Vroeger waren de mogelijkheden tot digitale marketing veel beperkter en klikten bedrijven sneller zelf wat advertenties bij elkaar op Facebook of Google; dat vormde dan het speerpunt van hun online-marketingstrategie. Als je weet wat je doet, kan dat best effectief zijn, maar vandaag de dag schrikt het kluwen aan advertentieopties en -tools al snel af.
Tegenwoordig wordt er vaker rekening gehouden met de overkoepelende marketingstrategie van het bedrijf. Vaak borrelen hetzelfde type vragen op: welke tools passen nu écht bij onze bedrijfsdoelstellingen? En hoe kunnen we die tools kostenefficiënt opzetten en met elkaar laten communiceren, en wie zal de dagelijkse opvolging verzorgen? Kleinere bedrijven rekenen daarom al snel op een digitale partner voor de praktische uitvoering, terwijl grotere bedrijven vaak over een marketingteam beschikken dat de taken kan verdelen of mensen voltijds toewijst. Die combinatie van strategisch denken en professionalisering op uitvoerend vlak betekent een positieve evolutie die haast altijd resultaat oplevert.”
Dashboards en rapporteringstools
De bestaande marketingtools zijn niet alleen uitgebreid; er zijn ook een heleboel nieuwe categorieën bijgekomen die bedrijven helpen om beslissingen te nemen. De Bruycker: “Klassiekers zoals Facebook Advertising en Google Ads blijven uiteraard de speerpunten van veel online-marketingbeleid. Daarnaast winnen dashboarding en rapportering aan populariteit - en geheel terecht. Met goede rapporteringstools zie je in één oogopslag wat het effect is van je advertenties, en dat is broodnodig om beslissingen te nemen.”
Chatbots: soms een goed idee
“Andere elementen die aan populariteit winnen zijn platformen voor marketing automation, zoals Mautic. Ook chatbots zijn aan een opmars bezig, al wil ik daar wel een kanttekening bij maken. Chatbots vereisen immers een nauwkeurige configuratie op voorhand - zodra er ergens iets niet klopt, lopen gebruikers al snel vast en raken ze gefrustreerd door je tool. Als je echter een mooie conversationele flow kunt opbouwen, zijn chatbots een perfect middel om op een passieve manier leads aan te trekken en een aantal verwerkingsprocessen te vergemakkelijken voor je bedrijf. Klanten kunnen vragen stellen via chatbots en worden getrieerd: makkelijke vragen worden meteen beantwoord door de chatbot, terwijl complexere zaken of aanvragen automatisch bij de juiste contactpersoon belanden in de vorm van een ingevuld contactformulier. En dat bespaart medewerkers veel tijd uit die ze op andere manieren kunnen besteden.”
Marketingtools ondergeschikt aan businessresultaat
“Marketingtechologie evolueert razendsnel. Het is als bedrijf dus essentieel om boven het gewoel te staan en vooral strategische keuzes te maken over bedrijfsdoelstellingen en doelgroepen. Met het resultaat van die denkoefening kun je vervolgens aankloppen bij experts die de passende tools voor jou kunnen opzetten, of je kunt zelf aan de slag om ze te implementeren. Ook hier geldt: businessresultaat is het enige wat telt op lange termijn.”
In een notendop:
- Bedrijven denken steeds vaker strategisch na over hun digitale marketing.
- Dashboarding en rapporteringstools geven inzicht in de effectiviteit van campagnes.
- Businessresultaat staat altijd voorop. Marketingtools zijn een middel, geen doel op zich.
Het belang van een digitale strategie
Organisaties beschikken over een breed scala aan online kanalen om klanten aan te trekken. Wat zijn de huidige trends voor digitale klantenwerving in het Belgische bedrijfslandschap? Steven Pepermans is als senior digitaal strateeg en COO van Dropsolid dagelijks betrokken bij strategische trajecten. Volgens hem komen leden- en klantenwerving met stip op de eerste plaats bij het uittekenen van een digitale strategie.
Tools en kanalen blijven groeien
“De meeste bedrijven hebben in de afgelopen jaren al heel wat stappen gezet met hun digitale aanwezigheid,” steekt Pepermans van wal. “Toch gaat het nog al te vaak mis met hun digitale strategie. Dat gebeurt verrassend genoeg vaak al tijdens de start van het traject. Bedrijfsleiders weten uiteraard zelf heel goed dat ze een vlotte en mooie website nodig hebben. Daarnaast zijn er in de laatste jaren echter zoveel verschillende leadkanalen en tools opgedoken dat het voor niet-ingewijden al gauw een onmogelijke opgave wordt om door de bomen het bos nog te zien. Het aantal mogelijke kanalen en touchpoints is zo groot dat organisaties vaak niet meer weten hoe ze efficiënt een connectie kunnen leggen met hun doelgroep.”
Bedrijven zijn heel actief bezig met hun digitale klantenwerving. Toch gaat het nog te vaak mis bij de eerste stap.
Geen stappen overslaan
“Dat is eigenlijk waar het vaak fout loopt: bedrijven slaan te vaak de eerste, strategische stap over en beginnen meteen met het bouwen van een website en het opzetten van hun tools. Dat enthousiasme is mooi en zet dingen in beweging, maar tegelijkertijd is het niet altijd bevorderlijk op lange termijn. Een strategisch traject vooraf is ongelooflijk belangrijk om later tijd en moeite te kunnen uitsparen. Slimme bedrijven nemen voldoende de tijd om zichzelf een aantal dingen af te vragen die ze voor hun offline bedrijfsvoering misschien als vanzelfsprekend beschouwen.”
Pepermans verduidelijkt: “Vaak gaat het daarbij over reeds goed gekende bedrijfsstrategische thema’s. Wie willen we aanspreken? Wie is onze doelgroep? En wie moeten we overtuigen van onze diensten of producten? Allemaal legitieme vragen, waarop eerst het antwoord duidelijk moet worden. Pas daarna kunnen bedrijven communicatie opzetten die is toegespitst op bepaalde doelgroepen of segmenten. Een mooie website bouwen die mee is met de laatste technologie, is slechts het begin. As je verhaal geen weerklank vindt bij je sitebezoekers, dan moet je digitale businessmodel opnieuw op de schop.”
Nieuwe manieren om te kopen
Buyer assessments
“Zowel in de B2B als B2C maken mensen tegenwoordig eerst zelf al een beoordeling op basis van de informatie die ze kunnen vinden. Ze gaan zelf op actief zoek naar een beperkt groepje aanbieders dat hen ligt en zullen pas contact opnemen als de beschikbare info hen rechtstreeks aanspreekt. Zo komen potentiële klanten tegenwoordig met minder leveranciers in contact, terwijl ze vroeger uit noodzaak het halve telefoonboek rondbelden voor informatie. Het is precies daarom dat bedrijven zoveel moeite stoppen in het opbouwen van relaties met contacten.”
Ritme creëren
“Zodra de eerste strategische fase is afgerond, is het tijd voor het planmatige werk. Zorg dat je je goed organiseert met je technologie, marketing en een duidelijke contentstrategie. Plan op voorhand het ritme en de frequentie van je contactmomenten en hoe je je boodschap wilt overbrengen. Invalshoeken afwisselen kan daarbij helpen: succesvolle campagnes werken vaak met een atypische benadering van de doelgroep. Zo kun je bijvoorbeeld alternatieve of secundaire expertise van je bedrijf uitspelen in je campagne, terwijl je bedrijfswebsite misschien andere accenten legt.”
Meten en bijsturen om keuzestress te vermijden
“Technologie is ook op bedrijfsniveau veel toegankelijker geworden - en gelukkig maar. Er bestaan voor elk probleem vaak tientallen tools. Die evolutie leidt natuurlijk tot keuzestress. Bedrijven weten vaak niet meer welke applicatie of implementatie voor hen het beste resultaat zal opleveren.
In het bedrijfsleven van vandaag betekent dit soort oplossingsdenken vaak geen technisch vraagstuk meer, maar een oefening in efficiëntie. Implementeren, meten en bijsturen: een best practice in bedrijfsvoering die je ook perfect kunt toepassen voor IT-gerelateerde kwesties. Op dingen die goed werken, bouw je verder. Ideeën die niet het verwachte resultaat opbrengen, laat je uitdoven.”
De kloof wordt groter
Gevraagd naar het belang van het digitale aspect van klanten- en ledenwerving in de nabije toekomst, is Pepermans stellig.
“Het is duidelijk dat de overgang naar digitaal al genomen moét zijn. Bedrijven die nog niets doen op digitaal vlak, zien hun achterstand alleen maar oplopen. Ik vraag me af of ze die binnenkort überhaupt nog zullen kunnen inhalen. Bedrijven die niet in de heel nabije toekomst op de kar springen, zullen hun klantenwerving zéér duur zien worden en zullen het nog zeer moeilijk krijgen. Hun gebrek aan investering leidt immers tot een domino-effect: de concurrenten die wél aan digitale werving doen, zien hun marktaandeel stijgen in vrijwel elke sector.
Ik wil trouwens wel aanstippen dat digitale projecten in onze Belgische kmo-context helemaal geen gigantische monsters hoeven te zijn die in één trek neergepoot moeten worden. Vooral kleinere bedrijven hebben er baat bij om bescheiden te beginnen - zolang je maar weet waar je op korte en middellange termijn naartoe wilt. Die denkoefening heeft vooral een strategisch kantje: kijk wat de bedrijfs- of organisatiedoelstellingen zijn, hoe je KPI’s in elkaar zitten, en waarop je wilt inzetten. Een beetje reflectie doet wonderen.”
Een bedrijfsleider die begrijpt wat digitale marketing voor zijn of haar businessmodel betekent, neemt in 2019 nog meer voorsprong op de concurrentie.
“Mijn advies? Vraag advies! (lacht). Er is al héél wat informatie over platformen en tools te vinden op het internet, en dat is maar goed ook. Wanneer het echter aankomt op het afstemmen van de juiste digitale strategie met al die tools, en hoe je daar een rendabel businessmodel van kunt maken, zit je best even samen met een externe partij die begrijpt waar je toegevoegde waarde ligt.”
Digitale klantenwerving wint
“Tegen bedrijven die nog niet inzetten op klantenwerving via digitale kanalen, kan ik kort zijn: opschieten geblazen! Al onze indicatoren tonen aan dat de bedrijven met stevige digitale kanalen stilaan definitief het pleit winnen van organisaties die in een offline context blijven denken. Dat is uitstekend nieuws voor de bedrijven die vooruitziend zijn geweest, terwijl de achterblijvers dringend een tandje moeten bijsteken. Hoe langer het uitstel, hoe duurder het zal worden om een digitale flow te implementeren. Zaakvoerders die al een tijd lang begrepen hebben wat digitale marketing voor hem betekent, plukken daar nu steeds meer de vruchten van en hebben intussen een serieuze voorsprong opgebouwd op niet-digitale ondernemers.”
In een notendop:
- Veel bedrijven zijn actief bezig met hun digitale strategie.
- De strategische fase wordt nog te vaak overgeslagen.
- Het koopproces evolueert mee. Potentiële klanten gaan zelf op zoek en nemen contact op met de bedrijven die ze als geschikt zien.
- Bedrijven die digitale technologie volop inzetten, vergroten hun voorsprong op de concurrentie.
Platformkeuzes voor een digitale ervaring
CIO’s staan voor belangrijke platformkeuzes bij het uitbouwen van digitale ervaringen voor hun bedrijf. We gaan te rade bij Nick Veenhof, Chief Technology Officer bij Dropsolid. Hij vertelt waar CIO’s zoal mee worstelen en welke strategieën ze toepassen om hun uitdagingen het hoofd te bieden.
Eeuwige jacht op de customer journey
CIO’s zijn al langer dan vandaag op zoek zijn naar een manier om een eengemaakte digitale ervaringen te bieden voor eindklanten en interne medewerkers. Vaak uit zich dat in een platform of systeem waarmee bedrijven een digitale ervaring kunnen bouwen die de verschillende bedrijfsdepartementen overbrugt.
Dropsolid-CTO Nick Veenhof zit vaak samen met CIO’s en IT-managers om hun architecturale kluwen te ontwarren en samen een langetermijnvisie te ontwikkelen. Hij merkt dat enkele duidelijke evoluties zich dit jaar nog feller doorzetten. Veenhof: “CIO’s worstelen haast altijd met twee vragen: hoe onderhoud ik makkelijk alle digitale componenten, en hoe zet ik nieuwe dingen op die helemaal connected zijn met andere applicaties? Kortom: CIO’s zijn met hun team op zoek naar een makkelijk te onderhouden, ééngemaakte customer journey voor hun eindklanten.”
Evolutie van silo’s naar platformdenken
Probleem en oplossing: de klassieke cyclus
Veenhof vervolgt: “Vandaag de dag gaan veel organisaties nog op een vrij rechtlijnige manier om met hun digitale assets. CIO’s en IT-managers worden vaak ingeschakeld om een oplossing te bedenken voor een specifieke uitdaging van een business unit, of om een probleem met een bepaalde website of applicatie aan te pakken. Van een concreet probleem naar een al even concrete oplossing, dus, en daarmee af.”
Data uitwisselen tussen tools
“Als je elke technologie-uitdaging aanpakt volgens het klassieke kader van probleemoplossend denken, blijf je echter al snel redeneren in individuele silo’s. Die silo’s kunnen niet of nauwelijks data uitwisselen met elkaar. Dat is niet wat eindklanten verwachten. Je klant heeft namelijk helemaal geen boodschap aan het feit dat je facturatieplatform misschien geen data kan uitwisselen met je ordersoftware. Meer dan ooit verwachten mensen vandaag de dag een geïntegreerde digitale ervaring. Dat is geen voorspelling of trend, maar een voldongen feit. Het kan best zijn dat je je als bedrijf met een eenvoudig businessmodel vandaag de dag nog prima bereddert met verouderde digitale tools, maar vroeg of laat loop je gegarandeerd tegen de beperkingen aan. Ik zie het zelf telkens weer opnieuw opduiken bij bedrijven waar ik kom, en de trend zet zich alsmaar sneller door.”
Klanten verwachten een ééngemaakte digitale ervaring. Dat is geen trend, maar een voldongen feit.
Geïntegreerde digitale ervaring voor de klant
“Bezoekers willen op een eenvoudige manier navigeren doorheen de verschillende oplossingen die achter de schermen aanwezig zijn. Bij voorkeur gebeurt dat eenvoudigweg vanuit de browser,” legt Veenhof uit. “Dat kan nu vaak niet of onvoldoende, omdat software verspreid zit en niet met elkaar kan praten. Zelfs kleine kmo’s beschikken vandaag al over een hele resem aan applicaties die ze in de gaten moeten houden en intern of extern moeten updaten. Software wordt dus telkens individueel geïmplementeerd en onderhouden, maar vaak is er geen achterliggend platform aanwezig dat al die applicaties met elkaar verbindt. Dat plaatst CIO’s dus voor twee uitdagingen. Enerzijds: hoe onderhoud ik makkelijk alle componenten en hoe behoud ik vlot het overzicht? En anderzijds: hoe zet ik nieuwe dingen op die vlot communiceren en data uitwisselen met andere tools? Dat laatste is cruciaal voor een eengemaakte customer journey.”
Van brandjes blussen naar geïntegreerde digitale ervaringen
“Het doel is op zich dus eenvoudig: de klant centraal zetten met behulp van een eengemaakte digitale ervaring. Dat is veel efficiënter dan steeds weer brandjes te moeten blussen in verschillende bedrijfsdepartementen die stuk voor stuk met aparte software en websites werken.
In de praktijk opteren CIO’s meestal voor de uitbouw van een centraal platform of Digital Experience Platform (DXP). Niet zomaar een CMS of contentmanagementsysteem, maar een basislaag die alle tools met elkaar verbindt en ook zelf mee evolueert.
De strategische aanpak is vrij eenvoudig. Elke afdeling van een bedrijf vertrekt simpelweg vanuit zijn eigen functie en sterktes. Op basis daarvan selecteert of ontwikkelt het dan de juiste capabilities of tools om hun klant te helpen vanop het touchpoint met de klant dat die afdeling beheert.
Soms betekent dat inderdaad dat bepaalde departementen of zelfs complete organisaties zichzelf opnieuw moeten heruitvinden, om hun klanten met behulp van een platformaanpak opnieuw vooraan te kunnen zetten. Vaak is het makkelijker dan het klinkt: bedrijven die met open tools werken, kunnen alles makkelijk verbinden en moeten enkel de discipline bewaren om hun platform onder controle te houden.”
Open source technologie om een platform te bouwen
“Het sleutelwoord is vrijheid. Je hebt immers ruimte nodig om verschillende types problemen aan te pakken op de manier die voor jouw bedrijf het best is.
Het klassieke model voor technische problem solving was rechtlijnig: je koppelde een bepaald probleem met een oplossing die relevant was voor je bedrijf, en dat was het dan. Als je vandaag de dag een bepaald probleem wilt aanpakken met software die niet open source is en waarbij je dus zelf geen aanpassingen kunt maken op basis van de noden van je bedrijf, kom je vaak in een reactieve situatie terecht: je lost de problemen van vandaag wel op, maar niet die van morgen. Immers, als je verschillende technologieën probeert te linken, zul je met gesloten software al heel snel tegen fundamentele beperkingen aanlopen.
Het kan best zijn dat die aanpak op dit moment goed werkt, maar zodra het wat minder gaat in je sector of er een concurrent opduikt, wordt je reactieve aanpak al gauw een slome knoeiboel.
Open technologie biedt een niet te onderschatten bedrijfsvoordeel: je kunt hindernissen zelf uit de weg ruimen omdat je toegang hebt tot alle componenten. En die vrijheid en flexibiliteit is cruciaal om snel naar de markt te kunnen gaan en te anticiperen op problemen. En dat is waar het uiteindelijk om draait. Medewerkers willen niet langer afhangen van een vraag aan het IT-departement om ‘eens een keertje x of y voor ons te bouwen’. Daarvoor veranderen businessuitdagingen én technologie veel te snel.”
In de praktijk: componenten bepalen
Hoe organiseren CIO’s zich in de praktijk?
Veenhof: “Vaak bepaalt de CIO samen met zijn of haar team de cruciale componenten voor een business unit. Die oefening begint met drie vragen: wat zijn de vereisten voor mijn bedrijf, welke customer journeys willen we aan onze eindklanten gaan aanbieden, en hoe moeten die er dan concreet gaan uitzien? Het resultaat is steeds vaker een keuze voor open componenten. Openbronsoftware met API’s die bedrijven de flexibiliteit geven om problemen praktisch op te lossen, zonder dat ze vasthangen aan een bepaalde softwareleverancier.”
Nauwere samenwerking met marketing
En hoe verloopt die integratie in de praktijk? Veenhof gaat verder: “Marketingafdelingen zijn door de aard van hun werk altijd al een voorloper geweest op het vlak van klantenbeleving - veel IT-gerelateerde vragen komen dan ook vanuit de hoek van marketeers. Tegenwoordig zien we dat er vaak dedicated software-ingenieurs aanwezig zijn op het marketingdepartement om een digitale ervaring te bouwen of experimenten op te zetten. Bedrijven met een technische developer in het marketingteam kunnen sneller op de bal spelen en conceptversies of testprojecten uitrollen, die van in het begin verbonden zijn met de rest van de digitale beleving voor de eindklant.”
CIO’s in een schakelrol
“CIO’s spelen meer dan ooit een verbindende rol. Ze zijn op zoek naar de juiste technische mogelijkheden voor elk departement in hun organisatie. Alleen zo kunnen alle afdelingen in een organisatie hun expertise op de juiste manier aanwenden om hun klanten te helpen.”
In een notendop:
- CIO’s zoeken toekomstgerichte of future-proof manieren om hun platformen definitief te verbinden en data uit te wisselen.
- Snel naar de markt gaan is cruciaal. Projecten die geen resultaat opbrengen, kun je makkelijker afstoten. Jarenlange implementaties raken al snel achterhaald.
- Flexibele platformen zullen de bovenhand halen. Tools met API’s die communiceren krijgen nog meer dan vroeger de voorkeur op gesloten softwarepakketten.
In de afgelopen jaren hebben organisaties steeds meer van hun diensten uitgebouwd tot een gedeeltelijk of volledig digitale component. Bedrijven zijn op zoek naar manieren om die verschillende digitale onderdelen op een logische manier samen te brengen tot één geheel. Nicky Rutten, digitaal strateeg bij Dropsolid, licht toe.
Flexibel nieuwe tools omarmen
“Vanuit mijn oogpunt als digitaal strateeg zijn organisaties die erin slagen om snel en agile om te springen met nieuwe kanalen, het meest succesvol,” zegt Rutten. “In de praktijk betekent die flexibiliteit dat ze een systeem hebben ontwikkeld dat zeer snel en zonder pijnlijke implementaties alle huidige en toekomstige technologie netjes met elkaar kan integreren. En dat zorgt er op zijn beurt dan weer voor dat ze een groot potentieel concurrentievoordeel hebben ten opzichte van traditionele bedrijven die niet over zulke mogelijkheden beschikken. Organisaties die op een flexibele manier nieuwe tools en technologie kunnen integreren in hun bestaande marketing-ecosysteem, zullen er immers sneller dan de concurrentie in slagen om in te spelen op nieuwe trends en bijvoorbeeld contact op te nemen met hun eindklanten via een nieuw kanaal. Zoiets merken eindgebruikers meteen, en het biedt bedrijven een uitgelezen kans om een sterkere band op te bouwen met hun klanten.”
Succesvolle bedrijven kunnen nieuwe technologie meteen integreren in hun marketing-ecosysteem. Die snelheid levert concurrentievoordeel op.
Componenten samenbrengen op één centraal platform
“In de praktijk betekent die hoge mate van flexibiliteit en consolidatie meestal één ding: het samenbrengen van alle tools op één centraal Digital Experience Platform of DXP. Concreet gaat het over een architectuur die de bestaande digitale bedrijfscomponenten samenbrengt, data verzamelt voor meer inzicht, en de uiteindelijke customer experience vergemakkelijkt. De centrale platformcomponent fungeert als het ware als de lijm tussen de verschillende onderdelen en tools. Daarnaast worstelen de meeste bedrijven ook met datasilo’s, waarbij gegevens op verschillende plekken zitten opgeslagen. Dat is op zich geen abnormale situatie, maar handig kun je het bezwaarlijk noemen. Met een centrale platformcomponent slagen organisaties erin om hun data te ontsluiten en centraal met elkaar te verbinden. Zo krijgen bedrijven een glashelder overzicht over al hun klantendata. Die gegevens kunnen dan weer worden ingezet voor data-analyse en het verbeteren van de customer experience voor gebruikers.”
Vraaggestuurde verbetering
“Slimme bedrijven hebben de centralisering en communicatie van hun tools via een platform voor digitale ervaringen al goed op poten gezet. Toch merk ik steeds vaker dat ook klassieke organisaties aan de slag gaan met centralisering vanwege de vragen die ze krijgen vanuit hun verschillende departementen of business units. Het denkproces begint daarbij vaak vraaggestuurd vanuit één afdeling. Gaandeweg wordt het dan vaak duidelijk dat de hele organisatie met een platformaanpak efficiënter kan werken, meer data-inzicht kan vergaren én een betere beleving kan bieden aan klanten. En dat is een verhaal met alleen maar winnaars.”
In een notendop:
- Organisaties die snel en pijnloos nieuwe digitale kanalen kunnen integreren, boeken succes.
- Bedrijven bewegen in de richting van consolidatie van tools op één Digital Experience Platform of DXP.
- Een centrale platformaanpak ontsluit data, verhoogt efficiëntie en biedt potentieel voor het bieden van een betere digitale gebruikerservaring.
Klantendata capteren en gebruiken voor marketingcampagnes en dienstverlening
Digitale tools als e-mailapplicaties en facturatiesoftware zijn al jaren vaste waarden op de werkvloer. Steeds vaker worden ook andere diensten volledig online gebracht. De schat aan data die dat oplevert, willen bedrijven kunnen synchroniseren tussen verschillende tools om ze te ontsluiten voor verder intern gebruik. Niels Vanden Buverie van CRM-platform Teamleader duidt de trends en valkuilen.
Data synchroniseren op de werkvloer
Vanden Buverie: “We merken dat klanten steeds vaker al hun bestaande software met elkaar willen laten communiceren en vooral synchroniseren. Data uit elke hoek blijft zo up-to-date en informatie wordt meteen toegankelijk voor alle relevante medewerkers. Die synchronisatie organiseren ze bijvoorbeeld door integraties met ons Teamleader-CRM of andere software voor customer relationship management.”
Nieuwe marketingplatformen
Ook op het gebied van marketingtechnologie beweegt er heel wat en komen enkele best practices overwaaien uit de VS. “Mailchimp is de onbetwiste leider als e-mailplatform en maakt bij een heleboel bedrijven de dienst uit voor nieuwsbrieven, campagnes en andere e-mailcommunicatie,” weet Vanden Buverie. “Bijna één op vier van onze eigen klanten verbindt z’n Mailchimp-account met ons CRM. Zo kunnen organisaties makkelijker e-mailmarketing uitsturen en verschillende klantenlijsten aanleggen, zonder telkens handmatig e-mailadressen te moeten invoeren. Dat is een eenvoudige synchronisatie die rechtstreekse tijdsbesparing betekent.
Een andere trend die sterk opkomt, is het leggen van de connectie tussen de eigen bedrijfswebsite en overige tools - meestal opnieuw met het CRM als centrale spil voor data-uitwisseling. Sommige organisaties staan daar al erg ver in. Een bezoeker vult bijvoorbeeld een contactformulier in op een website. Die actie wordt geregistreerd en achter de schermen doorgestuurd naar zowel het CRM als de nieuwsbriefmodule van het bedrijf, en de ingevoerde contactgegevens worden geverifieerd met de bestaande klantendatabase. Vervolgens worden nieuwe klantgegevens automatisch bijgewerkt, of er wordt een nieuw klantprofiel aangemaakt. Het aanmaken van een nieuwe klant in het systeem kan dan als trigger fungeren voor andere acties, bijvoorbeeld een marketingcampagne voor nieuwe prospects via HubSpot.”
Data bijhouden is één ding. Je moet ze ook juist kunnen interpreteren en er wat mee doén.
Slimme data voor sales
Bedrijven beschikken dus over een heleboel datapunten die kunnen worden ingezet voor optimalisaties op administratief niveau en voor gerichte marketing. Vanden Buverie merkt dat bedrijven hun data ook steeds vaker slim gebruiken om ze commercieel in te zetten voor een betere dienstverlening tegenover klanten en prospects.
“Naast gebruik voor marketing, fungeert het CRM meestal ook als centrale spil om vergaarde data toegankelijk te maken voor salesteams,” zegt Vanden Buverie. “Gegevens stromen binnen vanuit allerlei verschillende kanalen en worden centraal opgeslagen in het CRM. Op dat moment zijn de data in een makkelijk leesbaar formaat raadpleegbaar voor intern gebruik door medewerkers in de salesafdeling. Een voorbeeld: wanneer een geïdentificeerde websitebezoeker op een specifieke productpagina terechtkomt en daar een tijdje blijft rondhangen, weet je verkoopteam al min of meer waar de interesse ligt. Die informatie kunnen je salesmensen gebruiken tijdens een telefoongesprek. Extra automatische integratie met bijvoorbeeld databases voor openbare bedrijfsgegevens, zoals Trendstop, zorgen er dan weer voor dat je teams nog voor het eerste contact meteen extra info ter beschikking hebben. Zo kunnen ze veel gerichter en met meer kennis van zaken praten met potentiële klanten.”
Dataverzameling verhoogt productiviteit
“Organisaties integreren hun datakanalen dus volop - het gebeurt allemaal nú. De potentiële baten voor sales- en marketingteams zijn zo groot, dat vrijwel elk slim bedrijf in zekere mate al bezig is met het opzetten van datacaptatie. Vaak gebeurt dat in voorzichtige stappen en maken veel bedrijven nog geen gebruik van de meest geavanceerde mogelijkheden, maar dat laatste hoeft ook niet. Zodra je data op een structurele manier binnenkomen en makkelijk leesbaar zijn, zijn de fundamenten gelegd en zit je goed voor de toekomst - wat die ook mag brengen.”
In een notendop:
- Bedrijven vergaren steeds meer data uit verschillende tools.
- Datapunten komen centraal samen in het CRM.
- Automatische synchronisatie van gegevens zorgt voor gerichtere marketingcampagnes.
- Salesteams kunnen dankzij gecentraliseerde dataverzameling effectiever communiceren met (potentiële) klanten.
Data als het nieuwe goud: een cliché, maar tegelijkertijd een waarheid als een koe. Het visualiseren van die data is booming business en groeit ook in ons land sterk. Om de trend te duiden, spraken we met Thomas De Clerck. Hij staat aan het roer van Cumul.io, een platform dat data visualiseert voor bedrijven.
Data visualiseren: intern en voor eindklanten
“Nu bedrijven de laatste jaren over steeds meer datapunten beschikken, willen ze ook eenvoudig visueel inzicht krijgen in hoe het met hun organisatie gaat,” steekt De Clerck van wal. “Dat willen ze op een eenvoudige en overzichtelijke manier kunnen doen, en als het even kan ook zonder tussenkomst van een IT’er. Eigenlijk gaat het hier over een proces dat bestaat uit drie stappen. Eerst moeten bedrijven de data vanop al hun verschillende platformen natuurlijk ontsluiten om ze te kunnen connecteren. Dat gaat met moderne, open platformen gelukkig steeds makkelijker. Vervolgens moet men die informatie ook begrijpelijk kunnen weergeven, bijvoorbeeld in dashboards of via duidelijke rapportage. Tenslotte moet de vergaarde info ook makkelijk te delen zijn, bijvoorbeeld met de verschillende departementen of op belangrijke vergaderingen.
Dankzij moderne connectors en dashboards kunnen platformen als Cumul.io aan die vraag voldoen. Sinds kort duikt er ook steeds vaker een vervolgvraag op, die terecht een nieuwe trend genoemd kan worden: het visualiseren van bedrijfsdata voor eindklanten. De Clerck legt uit: “Bedrijven die hun interne datavisualisatie goed in orde hadden gebracht, kregen al snel de vraag van hun eindklanten of ze relevante inzichten met hen konden delen. Dan denk ik vooral aan bedrijven die diensten-of platformgerelateerd werken voor afnemers of opdrachtgevers. Eindklanten zien graag hoe hun investeringen besteed worden en waar hun leveranciers zoal aan gewerkt hebben. Extra transparantie verhoogt het vertrouwen.
Datavisualisatie voor digitale marketing en customer success
Ook in andere domeinen tekenen zich enkele trends af, weet De Clerck. “Het zal niemand verbazen dat marketingplatformen jaar na jaar aan belang winnen. Dan denk ik niet alleen aan de verdere inburgering van gevestigde waarden, zoals Google Analytics en Mailchimp. Er bestaan ook een heleboel nichetools die zich focussen op het oplossen van één sectorspecifiek probleem. Het consolideren en later centraliseren van al die databronnen is een plichtsbewust maar nuttig werk, omdat we nadien makkelijk álle data in het gehele ecosysteem van een organisatie of bedrijf kunnen visualiseren. Hoe begrijpelijker we data tegenover elkaar kunnen afzetten en weergeven, hoe makkelijker het wordt voor afdelingen als marketing en customer succes om verbanden te leggen, conclusies te trekken en vervolgens actie te ondernemen. Als je immers geen inzicht hebt over wat je eindklant wil, dan vaar je helemaal blind.”
Wie geen data-inzicht heeft over wat de klant wil, vaart blind.
Data-driven beslissingen en transparantie voor werknemers
“Datavisualisatie is dus een belangrijk punt om de juiste beslissingen te kunnen nemen. Data-driven beleid werpt zijn vruchten af, zeker in een digitale context waarbij verschillende departementen over touchpoints met de klant beschikken. We zien vaak ook dat bedrijven die hun interne data op een begrijpelijke manier delen met hun werknemers, daar veel betrokkenheid en motivatie voor terugkrijgen. Een goed voorbeeld zijn de digitale schermen die bij veel bedrijven in de kantine of aan de receptie realtime informatie geven. Transparantie is daarbij het sleutelwoord.”
In een notendop:
- Bedrijven verbinden, visualiseren en delen data die ze binnenkrijgen via hun tools.
- Die transparantie zorgt voor meer zichtbaarheid en vertrouwen bij eindklanten.
- Begrijpelijke dataverbanden zorgen voor heldere actiepunten voor marketing en customer succes.
In de aantrekkende arbeidsmarkt van vandaag is employer branding belangrijker dan ooit. Er is een heuse war for talent aan de gang en bedrijven zetten al hun troeven in om hooggeschoolde en ervaren krachten aan te trekken én te behouden.
Dropsolid-CEO Dominique De Cooman ging luisteren bij Marnik D’Hoore, internetondernemer van het eerste uur en oprichter van jobplatform Bloovi Careers.
Eerst bedrijfscultuur, dan pas communicatie
“Employer branding is al een tijdje langzaam aan het groeien,” weet D’Hoore, “en sinds vorig jaar staat het thema echt met stip bovenaan de agenda bij bedrijven. Organisaties beseffen dat ze in een aantrekkend jobklimaat moeten investeren in efficiënte employer branding. En dat begint uiteraard allemaal met een goede interne huishouding.” Die bestaat volgens hem uit twee stappen:
Zorg eerst voor een fijne bedrijfscultuur en organisatiestructuur waar je medewerkers vol goesting in meestappen. Je verhaal moet authentiek zijn, anders prikken kandidaten er zo doorheen. Zodra je corporate story er staat, kun je het beginnen communiceren aan de buitenwereld. Daarvoor gebruik je vanzelfsprekend ook digitale tools.
Technologie, communicatie en mensen
D’Hoore ziet vanuit zijn expertise bij Bloovi drie sleutelcomponenten voor succesvolle employer branding en het uitdragen van je bedrijfsimago.
Matchmaking-platformen
“Een eerste belangrijk element is matchmakingtechnologie. In essentie gaat het daarbij over een slim platform waarop zowel werkgevers als sollicitanten hun gegevens kunnen invullen. Dat gaat erg ruim: moderne platformen zijn geen simpele zoekertjessites, maar peilen aan beide kanten naar waarden en drijfveren. Vervolgens gaat het algoritme van het jobplatform aan de slag om sollicitanten automatisch aan de juiste werkgevers te koppelen.”
De juiste toon voor employer marketing
“Als tweede punt telt de communicatie - de eigenlijke employer marketing en het meest zichtbare stuk van employer branding. Bedrijven gebruiken daarvoor hun eigen website en daarnaast nog andere kanalen die hun doelgroep ook gebruikt: sociale media, vacaturemagazines, enzovoort. Daarbij is het erg belangrijk dat je communicatie helemaal aansluit bij je identiteit als werkgever, terwijl je tegelijkertijd de juiste snaar moet raken bij de mensen die je wilt aantrekken. Zo verhoog je als werkgever de slaagkans op een perfecte match.”
Langetermijnrelaties opbouwen met recruiters
“Ten derde is er nog de menselijke factor. Vroeger waren recruiters vaak genoodzaakt om zich blind op de markt storten, zonder te weten of de mensen die ze aan de lijn kregen eigenlijk wel interesse hadden in een nieuwe uitdaging bij bedrijf zus of zo. Dankzij de filtermechanismen van moderne matchmakingplatformen kunnen ze meteen dieper graven en contact opnemen met een kandidatenpool die veel dichter aansluit bij het bedrijf waarvoor ze iemand zoeken. Dat is aangenamer voor zowel potentiële kandidaten als voor de recruiters zelf. Het geeft headhunters ook de tijd en ademruimte om een langetermijnrelatie op te bouwen met hun kandidaten.”
Digitaal optimaliseren en menselijk contact
Volgens D’Hoore zal de trend van diepere matchmaking-relaties zich nog verder doorzetten.
“Ik geloof heel erg in de combinatie van de drie sleutelelementen: matchmakingtechnologie, oprechte employer branding via digitale kanalen en tenslotte de menselijke touch om een relatie op te bouwen met kandidaten en hen vervolgens effectief te koppelen aan bedrijven.
Werving en selectie is sterk gedigitaliseerd, en de winst ligt daar in het optimaliseren van bestaande matchmakingprocessen en het juiste menselijke contact op het goede moment. Vooral dat eerste schrikt kleinere kmo’s nog af: nog niet elk bedrijf vindt het evident om op een structurele manier moderne tools in te zetten voor kandidatenwerving en personeelsbehoud. Toch is dat voor iedereen de weg vooruit, zeker in periodes van hoogconjunctuur.”
In een notendop:
- Employer branding begint met een authentieke bedrijfscultuur.
- Matchmakingtechnologie zal nog aan belang winnen.
Recruiters zullen dankzij technologie kunnen focussen op langetermijnrelaties met hun kandidaten.
Hybride marketingstrategieën werpen hun vruchten af bij complexe organisaties. Alain Mayné is voorzitter van de Expert Hub Communication bij BAM (Belgian Association of Marketing) en Strategic Planning Director bij brandingbureau Hoet&Hoet, en duidt de trends in de richting van integratie van klassieke en digitale marketing.
Digitaal denken
“Klassieke en digitale marketing raken steeds meer met elkaar verweven,” stelt Mayné. “In mijn vakgebied merk ik bijvoorbeeld dat een digitale manier van denken steeds vaker wordt geïntegreerd in de overkoepelende brandingaanpak die we opzetten voor bedrijven. Daarbij proberen we bedrijven in de eerste, conceptuele fase zoveel mogelijk intellectueel uit te dagen, zodat we enkel overblijven met de essentiële digitale capabilities die de organisatie écht nodig heeft om succesvol aan marketing te doen. Als bureau is het vervolgens onze taak om die te vertalen naar concrete functionaliteiten en tools, die we vervolgens zelf integreren of door externe partijen laten uitvoeren.”
Inspelen op digitale touchpoints
“De digitale transformatie laat zich overal voelen. Elk bedrijf beschikt over IT-componenten en meestal ook over digitale touchpoints met de eindklant. Dat geldt voor vrijwel elke organisatie, over verschillende sectoren heen: van grote commerciële bedrijven tot verenigingen en ngo’s. De vraag die organisaties zich dus stellen, is als volgt: hoe kunnen ze zich zo goed mogelijk aanpassen aan alle verschillende mogelijke touchpoints, en welke touchpoints leveren vervolgens het beste resultaat op? Het is vooral belangrijk om in de strategische fase alle mogelijke contactpunten te integreren en te verwerken in een branding- of communicatieplan.”
Datagerichte medewerkers
“De instroom van nieuwe, digitale profielen op de werkvloer heeft ook een interne kentering teweeggebracht. Digital natives vertrekken van nature vanuit een datagerichte aanpak, die focust op meetbaar resultaat. In de klassieke marketingwereld kwam je die mentaliteit vroeger veel minder vaak tegen. Persoonlijk vind ik de combinatie van digitale met meer klassiek gerichte profielen erg complementair en verrijkend. De enige bemerking die ik wil maken, is dat we niet té veel technologie- en datagedreven mogen worden - dus technologie óm de technologie. Nieuwe touchpoints zoals chatbots zijn leuk, maar enkel en alleen als je met dat nieuwe communicatiekanaal vervolgens ook businessimpact kunt genereren.”
In een notendop:
- Bedrijven beslissen welke digitale capabilities ze nodig hebben,
- Vervolgens combineren ze offline en online touchpoints,
- Klassieke marketing en digitale marketing zorgen samen voor het beste businessresultaat.
Marketing en IT zorgen samen voor concurrentieel voordeel
Marketing- en IT-professionals slaan steeds vaker de handen in elkaar om digitale projecten op poten te zetten. Dat doen ze vaak los van de bestaande bedrijfsstructuren. Om deze trend te duiden, legden we ons oor te luister bij Danielle Jacobs. Zij is algemeen directeur van Beltug, de Belgische vereniging van Digital Technology leaders.
Marketing rekent op IT
Jacobs: “Marketing- en IT-afdelingen beginnen steeds meer spontaan samen te werken. Op de marketingvloer is het al langer duidelijk dat de digitale transformatie heel wat kansen biedt - in het bijzonder om digitale campagnes te voeren en applicaties allerhande ter beschikking te stellen van klanten. Om die uitrol efficiënt te organiseren, moeten ze uiteraard kunnen rekenen op het IT-departement. Als het IT-team niet vroegtijdig wordt betrokken bij projecten, loop je als bedrijf vroeg of laat gegarandeerd tegen problemen aan.”
Struikelblokken vermijden
“Bedrijfsafdelingen die er van bij de start in slagen om proactief onderling samen te werken, omzeilen verderop in het bouwproces een aantal obstakels. Ik denk bijvoorbeeld meteen aan een heel evidente stap, zoals het voorzien van voldoende beveiligingslagen op een applicatie.
Een ander belangrijk punt is de combinatie van marketinggeoriënteerde applicaties of websites met data. Gegevens over bijvoorbeeld klanten zitten vaak her en der verspreid in datasilo’s van bedrijven, en de IT-afdeling moet van in het begin voldoende betrokken worden om die te ontsluiten en vervolgens op een gestroomlijnde manier te voeden aan de applicatie.
Softwarelicenties vormen nog een ander typisch struikelblok. Marketingafdelingen zijn er vaak als de kippen bij om cloudsoftware aan te schaffen en die vervolgens zelf te gaan configureren. Daarbij lopen ze al snel tegen grenzen aan: software-optimalisatie en licentiebeheer is nu eenmaal niet zo eenvoudig, ook niet in de cloud. Daarom is het net zo belangrijk dat IT ook daar vroeg betrokken wordt, om te anticiperen op problemen en een vlotte samenwerking met de tools te garanderen.”
Softwarelicenties, datasilo’s en beveiliging bevatten allemaal valkuilen die makkelijk te vermijden zijn.
Concurrentievoordeel
“De conclusie is dus helder,” geeft Jacobs nog mee. “De meest succesvolle digitale transformaties in marketing zie ik bij bedrijven die niet te beroerd zijn om metéén marketing en IT samen te zetten om hen van in het begin proactief te laten samenwerken. Dat is eindeloos veel efficiënter dan te wachten tot de problemen opdoemen aan de horizon - want dan moet je weer reactief gaan werken. De proactiviteit is wat echt voor een concurrentievoordeel zorgt.”
In een notendop:
- Projecten die volledig vanuit marketing worden gestuurd, lopen vaak tegen technische beperkingen aan.
- Proactiviteit is het sleutelwoord: marketing en IT moeten samenzitten voor hun digitale transformatie.
- Die samenwerking van bij de start zorgt voor echt concurrentievoordeel.
Als voormalig minister voor Digitale Agenda houdt vicepremier Alexander De Croo nog steeds nauwgezet de vinger aan de pols bij ondernemers in binnen- en buitenland. Dropsolid bracht een bezoek aan zijn kabinet en vroeg hem naar zijn kijk op de belangrijkste digitale evoluties voor de bedrijfswereld.
Artificiële intelligentie in de kmo
“In de voorbije jaren heeft zich een ware kentering ingezet,” zegt De Croo. “Na de snelle innovatiegolf van typische internetbedrijven hebben ook doorsnee kmo’s bij ons volop de kaart van de digitalisering getrokken. En dat kan ik uiteraard alleen maar toejuichen. Nu steeds meer ondernemingen al heel wat digitale elementen in hun bedrijfsvoering betrekken, duiken er alweer nieuwe trends op aan de horizon. Eén die vaak over de tongen gaat, is Artificial Intelligence of AI. Die artificiële intelligentie is niet zomaar een modewoord, maar een uiterst effectief hulpmiddel dat een echte aanvulling op onze eigen kennis kan betekenen. Complementair samenwerken tussen mens en machine, dus. Er zijn heel wat manieren waarop ook klassieke bedrijven nú al met AI aan de slag kunnen.”
Ook kleinere ondernemingen kunnen nu al de fundamenten leggen voor AI-toepassingen
Voorbereiding is het halve werk
Veel bedrijven hebben al wel van artificiële intelligentie gehoord, maar kijken nog even de kat uit de boom. Organisaties weten immers niet altijd even goed hoe ze AI op dit moment kunnen verzilveren voor een concreet concurrentievoordeel. Dat sentiment is ook De Croo niet ontgaan.
“Veel bedrijven zijn nog niet klaar om het roer van hun businessmodel volledig om te gooien, en dat hoeft ook helemaal niet,” vervolgt De Croo. “Kmo’s kunnen anticiperen en zich voorbereiden op de nieuwe mogelijkheden die AI zal brengen. En dat hoeft geen massa’s geld te kosten: AI heeft ook toepassingen voor kleinere bedrijven. Organisaties kunnen op dit moment best zoveel mogelijk inspiratie opdoen en ontdekken wat de technologie op termijn voor hen kan betekenen, bijvoorbeeld door te praten met collega-ondernemers die artificiële intelligentie al actief gebruiken. In heel wat digitale tools die we vandaag gebruiken, is AI al aanwezig.”
Datastrategie uitdenken
“Als ik één goede raad mag geven: leg vandaag al het fundament voor je AI-toepassingen van morgen. Artificiële intelligentie werkt alleen als je over voldoende gegevens beschikt om die slimme algoritmes vervolgens op los te laten. Daarom is een datastrategie essentieel. Ondernemingen die vandaag al over een gestructureerde, sterk uitgebouwde gegevensdatabank beschikken, zijn klaar om hun verdere AI-toepassingen meteen te implementeren. Dat moet natuurlijk wel gebeuren volgens het juiste wetgevende kader (de GDPR, red.). Het aanleggen van een rijkgevulde database is immers goud waard op lange termijn.”
In een notendop:
- Digitale tools zijn al volop aanwezig op de werkvloer, in elke sector.
- Artificiële intelligentie (AI) is de volgende stap en werkt complementair met menselijke kennis.
- Slimme bedrijven werken nu al aan een toekomstgerichte datastrategie.
De thema’s in onze interviews zijn al even divers als de experts die we bevraagd hebben, maar toch bevatten de onderwerpen stuk voor stuk enkele vaste elementen die steeds weer terugkeren. Zo ontwaren we een rode draad in het belang van strategisch nadenken, nog voor er ook maar één woord is gevallen over de te gebruiken technologie of tools.
Daarnaast is het ook duidelijk dat de maturiteit van het digitale speelveld in het bedrijfsleven fors is toegenomen. Bedrijven zijn vaak nog zoekend naar de concrete invulling van hun digitale noden, maar over het einddoel bestaat bij onze tien experts verrassend veel eensgezindheid: waardevolle connecties maken met eindklanten en het meetbaar businessresultaat afleveren staan met stip voorop.
Met onze trendrapporten hebben we organisaties inspiratie willen bieden om hun business nog beter te maken.